Schrijftraining en -coaching

Terug

Juristen kunnen niet schrijven

Juristen zijn te slim om te schrijven. Ze maken gedetailleerde analyses en gebruiken complexe en antieke formuleringen om tot een waterdicht betoog te komen. Ze zijn trots op hun werk en hun vak en etaleren dit door de volledige woordenstroom tot aan de laatste komma over hun lezer uit te storten.

Dat levert een onleesbaar betoog op dat eerder bedoeld lijkt de lezer in slaap te sussen dan wakker te schudden. De wildgroei aan loze frasen is nu zelfs zo uit de hand gelopen dat de gerechtshoven sinds 1 april een limiet van 25 pagina’s aan processtukken hebben gesteld.

Hoe komt dat?

Een advocaat schrijft volgens een causaal verband: oorzaak – gevolg, want zo is hij gewend te denken. Iedere andere adviseur weet dat zijn cliënt het liefst een antwoord wil op zijn vraag, of toch op zijn minst een advies en een verklaring of onderbouwing daarvan.

Mijn excuses voor deze juridisch gestructureerde alinea

Als je alle feiten op een hoop gooit kan het zijn dat je jezelf gaat tegenspreken (drogreden). Het is zo ook lastiger om te zien welke argumenten meer waard zijn dan andere. Daarenboven is het lastig om de samenhang tussen diverse feiten en aannames te controleren wat zich vertaalt in een onduidelijke hiërarchie. De wirwar aan tekst die vervolgens ontstaat is vaak geschreven volgens een chronologische structuur en volgt de volgorde van de analyse (en toen… en toen… en toen…) waardoor de lezer nauwelijks kan herkennen wat belangrijk is en wat minder belangrijk. De volgordelijkheid moet de lezer zo zelf aanbrengen en hierdoor verliest een betoog dikwijls aan kracht en relevantie. De enige oplossing is het omzetten van het causaal verband naar een argumentatieschema met behulp van de argumentatiestructuur van Toulmin. Met behulp van zo’n schema wordt het ontzettend eenvoudig om een processtuk te schrijven dat binnen de omvang van 25 pagina’s blijft. Het lijkt me zelfs lastig om er meer dan 10 pagina’s aan vuil te maken.

Toulmin dus

De Brit Stephen Toulmin is de grondlegger van de moderne argumentatieleer. Hij ontdekte dat argumenten zich tot elkaar verhouden met behulp van het woordje: want. De logica die vervolgens schematisch is aan te brengen is te controleren met behulp van het woordje: dus. Dit geeft automatisch structuur. Het causale verband verdwijnt en maakt plaats voor een kernachtig en krachtig, overtuigend (en piramidaal geschreven) stuk.

Alinea 4, maar dan anders

Ik adviseer iedere jurist een argumentatieboom te maken voor hij gaat schrijven.

  1. Op deze manier ontstaat een voor de lezer logische volgorde (van belangrijk naar minder belangrijk).
  2. Je krijgt meer grip op je betoog omdat de structuur overzichtelijk wordt (bovendien voorkom je dat je jezelf tegenspreekt in een drogreden).
  3. Er ontstaat een bouwplan dat zich eenvoudig laat vertalen naar een compacte tekst (die een piramidale structuur volgt).

Voila!

Korte en slagvaardige processtukken vergen een kleine tussenstap, maar stel je eens voor hoeveel tijdwinst dit oplevert! Niet alleen voor de lezer, maar ook voor de schrijver. Als we daarna ook nog eens met elkaar af kunnen spreken dat alle wollige, archaïsch geformuleerde volzinnen terug verwezen worden naar de eeuw van mijn vaders vader, dan kan het recht eindelijk weer zijn beloop krijgen.

Laat een reactie achter